zaterdag 11 mei 2013

Dijon - Saint Hostien - Gorges du Tarn - Millau

Danig slecht geslapen dat we om acht uur al weg waren. Vlot verkeer en dus waren we om halftwaalf al in Saint Hostien bij Gustave en Marie Antoinette. Zij ziet er niet uit:heeft kanker gehad, een peritonitis, en nu hoest ze de longen uit haar lijf. Mager en vaal. Vreselijk. Haar twee schoonzussen waren er ook: Yolanda die we nog kenden van 30 jaar terug, en Colette, de vrouw van zijn tweede broer. Was wel plezant weerzien, en we hebben er samen gegeten. De Gorges du Tarn zijn verbazend. De zon ging schijnen, het was warm en dus kon het dak eraf. Nu zijn we in soort chalet, vlakbij Millau, met zich op de beroemde brug. Moe. Ga dus douchen voor we gaan eten.

vrijdag 10 mei 2013

10 mei 2013 Dijon

Notre Dame du Bon Secours was onze eerste halte. Een elegante gevel met geestige standbeelden, en binnen een even elegant triforium. Het maakte me alleszins receptiever voor wat ging komen, want gisteren had ik geen al te beste indruk van Dijon. De stijlvermenging stoorde me. Een pakhuis met houten gebinte naast een neoklassieke gevel rechtover een renaissancegebouw... Bovendien hadden we 's avonds ronduit slecht gegeten in een resto dat door de groene Michelin was aangeraden. Nou ja, vanmorgen waren we ook wel uitgerust. De Mozesput bezocht deze namiddag. Een heel eind wandelen, tot aan het gesticht voor psychiatrische patiënten. Het is eigenlijk de profetenput, maar Mozes is wel de bekendste, vandaar. Een ongezien verfijning, buitengewoon.
Ook boekenwinkels binnengestapt en weer een paar Eric Emmanuel Schmitt gekocht, en een posthume autobiografie van Françoise Giroud. Ben heel benieuwd. Enfin, een paar blonde Leffes op een terrasje maakten de dag voorlopig af. En vanavond gaan we eten in een Japans restaurant, hier dichtbij het hotel, en vlakbij de Notre Dame waar we de dag begonnen zijn.

donderdag 9 mei 2013

9 mei 2013

539 km. Zover is het van Kortenberg tot Dijon. Om halfdrie waren we hier, beetje suf gereden maar goed. Dijon is verwarrend, omwille van de zo verschillende stijlen. Je verwacht eigenlijk groot-Brugge, maar daar is niets van. Het pompeuze neoklassieke, dat zo typisch is voor nogal wat Franse steden, verprutst hier veel. Reims is daar zo een typisch voorbeeld van. Ademloos leeg en toch pronkerig.  Maar de jambon persillé met een glas côte de nuits was goed. Morgen maken we een grote wandeling, en de Mozesput moet erbij.

woensdag 8 mei 2013

8 mei 2013

Hoofdpijn, moe, suizende oren, en ik moet mijn pakken nog maken want morgen vertrekken we met de auto naar Torremolinos. We doen het deze keer in een dag of acht.  Eerst naar Dijon. Is al een heel eind (600 km). We blijven er twee nachten. Een volle dag dus om de stad te bezoeken.
Ik heb er fel naar uitgekeken, naar de reis die ons ook langs de Gorges du Tarn in Millau zou brengen, en dan naar de paradores van Vielha in de Pyreneeën van Aragon, en Siguenza in La Mancha. En dan nog een dag Segovia en een dag Avila, ook parador,  vooraleer we naar Torremolinos trekken.
Maar goed, schele hoofdpijn heeft alle plaats ingenomen, en ik heb dus niets vrolijks te vertellen.
Morgen allicht.

zaterdag 23 maart 2013

't Zal voor later zijn...

Gisteren naar fleboloog geweest. Moet op 5 juni een ader uit mijn rechterbeen laten verwijderen, dan een week rusten, moet één maand een kous dragen, en mij kalm houden. Fietsen is uitgesloten....
What now? In augustus kan ik nog wel weg, maar het zal niet naar het zuiden zijn. We zien wel. Maar ik moet wel mijn plannen opbergen. Beetje jammer.

donderdag 7 maart 2013

Nog eens?

Ben weer serieus aan het trainen op de fiets, met de bedoeling in juni aan te zetten. Heb veel zin om nog eens naar Santiago te gaan, maar nu langs een andere weg: over Amiens, Beauvais en Angoulême, dan misschien naar Lourdes waar ik het bad in wil, zoals David Servan Schreiber beschrijft in zijn "on peut se dire adieu plusieures fois". En dan de Somport? Misschien, maar ik vond Roncesvalles een heel precieuze plaats. Ik heb trouwens veel zin om vanaf dan gewoon weer de camino francès te volgen, maar dan te stoppen op andere plaatsen. Ik ga eens zien waar de mooiste romaanse kerkjes staan.

zondag 1 juli 2012

Dag 34 en volgende dagen

Ben nu bijna een week thuis: na aankomst in Santiago zijn we er nog een dag gebleven en zondag - net één week geleden - reden we tot in Amboise en de dag daarna waren we thuis. Eindelijk terug thuis! Ik hoef niet te vertellen hoe prettig het weerzien was met de kinderen en met Lieze.
Eigenlijk formuleerde ik al summier mijn conclusies de dag vóór mijn aankomst in Santiago. Kon mijn blijdschap dat het bijna gedaan was niet beter tot uitdrukking brengen  :-)   De laatste rit volgde ik trouwens niet het parcours, maar heb de kortste weg naar Santiago genomen, nog zo'n goede 50 km.
En toen bij aankomst? Ik schreef het al: toen was er niets. Ik was dus mis met mijn emotie. Ik was gewoon voldaan, tevreden, gelukkig. Niet opgelucht, want dat zou te negatief zijn voor iets dat ik nu ervaar als een buitengewone reis, ongetwijfeld de merkwaardigste die ik ooit maakte.
Op de fiets, gepakt en gezakt, ben je gewoon mens. En de anderen zien je ook zo, en bejegenen je ook gewoon als mens, meestal heel vriendelijk. Dat is een buitengewoon gevoel. Hoe komt dat? Misschien omdat iedereen weet dat ik moeite moet doen en ze wat met mij te doen hebben. De fiets stallen, de bagage afnemen, in fietstenue met helm, beetje verwaaid, moe en tevreden in de lobby vriendelijk naar je kamer vragen. Daar kan geen kwaad in zitten natuurlijk.
Hoe vaak hebben mensen me niet de weg gewezen toen ik aarzelde bij een kruispunt. Of ze hielden me gewoon tegen toen ik misreed. Ze wisten waar ik heenging. Van in Frankrijk al. 
Je medefietsers zijn allen je gelijken:  ze vertellen over dezelfde nijdige hellingen, gevaarlijke afdalingen, mooie romaanse kerkjes. De lotsverbondenheid is groot, de goede raad die wordt doorgegeven, de bezorgdheid ook. Een fietser die stopt langs de weg en een andere fietser ziet, begint ermee te praten. Je bent nieuwsgierig naar mekaar, ook zoiets nieuw. Niemand is onverschillig.
Dat heb je onderweg natuurlijk, niet bij de aankomst want dan is het gedaan. Ik ben in Roncesvalles naar de mis gegaan, in een kerk vol pelgrims. Het was aandoenlijk. Daarna in processie ... enfin, je moet maar het verslag  van die dag effe lezen. Ik heb toen tegen het einde aan, toen de pastoor de pelgrimszegen gaf, van een vrouw een steentje met een gele pijl op gekregen. "jij gaat naar Compostela, zei ze, deze is voor u." De gele pijl wijst je altijd de richting aan. Soms ook de schelp, maar altijd de gele pijl, over de hele camino francès. Ik vond die verbondenheid zo ontroerend. Dat is wat me het meest is bijgebleven, de verbondenheid. Toen we zondagmorgen wegreden, zag ik op de hoek van de straat een viertal Nederlanders die ik de week ervoor in Fromista ook was tegengekomen, en waarmee ik nog verhalen had uitgewisseld. Zij waren het die hadden verteld over de Vlaming die ze op de trein naar huis geholpen hadden, ziek van heimwee. Ik ben gestopt, wilde ze per se nog eens groeten, mijn lotgenoten, en het was zo een vrolijk moment. Bij mijn aankomst in Santiago zaten Karin en Tom op een bank voor de kathedraal. Karin was in Santo Domingo de la Calzada (nog vóór Burgos) zeer ongelukkig: een vreselijke albergue, vuil om niet te zeggen smerig en ze voelde zich ellendig. Ik heb hen toen gezegd voor één nacht eens een hotelletje te nemen, kamer met bad, en heerlijk te relaxen. Ze vertelde me dat ze dat toen gedaan had en dat ze er weer tegen kon. Karin miste haar kleinkinderen fel. Tom zei niet veel, maar bovenop de Cebreiro (1300 meter, en een beklimming om U tegen te zeggen...) stond er toevallig een Nederlandse tv ploeg te wachten om pelgrims naar hun ervaringen te vragen. Tom kon toen niet praten, hij was te geëmotioneerd. Vreemd? Ja, misschien, maar het is zo'n mix van gevoelens, de overwinning op de berg, de lange tocht (op dat moment heb je er 2000 km opzitten), de vermoeidheid en het gemis van je thuis, en wie weet wat nog allemaal. 
In elk geval ontdoet de tocht je van alle pretentie om méér te willen zijn dan de anderen. Vandaar dat ik de opmerking van die West Vlaming, toen ik hem op diezelfde berg voorbijstak, " ge zijt zeker bij de apotheker geweest", zo debiel vond. Iedereen doet wat hij kan, op zijn ritme en daarmee uit. On ne regarde pas dans l'assiette des autres. Dat stak zo af bij alwat ik al gehoord en gezien had.
Het zijn zaken die me gaan bijblijven, ongetwijfeld, en die me allicht zin gaan geven om nog zo'n tocht te ondernemen. De romaanse kerken en kerkjes die ik ben binnengestapt hebben me innerlijke rust gegeven, me uit mijn kleinmenselijke bezorgdheden getild en plaatsgemaakt om sereen na te denken. Niet de barokkerken die de verheerlijking in zich dragen, maar de romaanse ingetogenheid, nederigheid. Het was een goddelijk gevoel.
Toen ik aankwam in Santiago ben ik naar de oficina de los peregrinos getrokken om mijn 'diploma' te halen. Ze vroegen me met welke redenen ik de tocht was begonnen: religieuze, religieuze en andere of gewoon andere motieven. Religieuze en andere heb ik gezegd. Waar anders heb ik sinds zo lange tijd ervaren hoe doodgewoon ik maar ben, hoezeer ik mij met mijn lotgenoten verbonden voelde, hoe ik mijn gemis moest plaatsen? Nergens anders dan in de harmonieuze ruimte van die kleine kerkjes.